Relevante documenten en links betreffende de veiligheid van de Nederlandse Delta


THEMA BELEID
Nederland veroveren op de toekomst : kabinetsvisie op het waterbeleid (Watervisie) (September 2007) Download rapport.

Toelichting: Het klimaat in Nederland verandert, zo wordt onder andere bevestigd door het KNMI. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor ons land. Het is nu de tijd ons daarop voor te bereiden. Bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogteschade en een goede waterkwaliteit zijn zaken die in de toekomst niet vanzelfsprekend zullen zijn. Deze watervisie wil agendasettend zijn voor het waterbeleid en is de opmaat naar het eerste Nationale Waterplan. De watervisie richt zich nadrukkelijk op de lange termijn, maar natuurlijk is op de korte termijn ook extra inzet noodzakelijk. Al in deze kabinetsperiode worden bijvoorbeeld maatregelen getroffen om Nederland beter tegen overstromingen te beschermen en daardoor te zorgen voor een grotere veiligheid.
Uitgangspunt van deze visie is dat water niet alleen een bedreiging is, maar ook kansen biedt voor ons land. Kansen voor economie, natuur, een duurzame leefomgeving en zelfs voor nieuwe vormen van energie. Deze visie vormt de basis voor de oprichting van een Commssie Duurzame Kustontwikkeling, ook wel Deltacommissie genoemd. Download opdracht.
Waterveiligheid 21ste eeuw (sinds 2006) Ga naar de website.

Toelichting: De toenmalige staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat is begin 2006 onder de noemer WaterVeiligheid 21e eeuw een verkenning gestart om na te gaan of het beleid nog steeds voldoet. Nieuwe kennis en inzichten in de kans op een overstroming én de gevolgen, vormen aanleiding om daar kritisch bij stil te staan.
Klimaatscenario’s van het KNMI laten voor de komende decennia een stijging zien van zowel de zeespiegel als de rivierafvoeren. Bovendien weten we inmiddels dat dijken en andere beschermingsmiddelen niet onfeilbaar zijn. In combinatie met bodemdaling en de grotere (economische) kwetsbaarheid van Nederland is de conclusie helder: zowel de dreiging als de mogelijke gevolgen van overstromingen nemen toe.
Een dialoog over al deze aspecten zal bijdragen aan de beleidsnota Waterveiligheid die in 2008 zal verschijnen. Inmiddels is als opstap verschenen het synthesedocument. Download synthese document.
3e Kustnota (2000) Download rapport.

Toelichting: De 3e Kustnota geeft aan dat er ruimte nodig is voor veiligheid. De druk op de kust neemt toe, vanaf land en vanaf zee. Er wordt rekening gehouden met klimaatverandering en zeespiegelstijging. Op termijn zullen sterkere en bredere waterkeringen nodig zijn op de plekken die zwakke schakels in de kustverdediging vormen. We moeten ruimte reserveren voor eventuele landwaartse verbreding van de waterkering in de toekomst.

THEMA EVALUATIE VAN BELEID
Risico's in bedijkte termen (mei 2004): een evaluatie van het beleid inzake de veiligheid tegen overstromen Download rapport.

Toelichting: De waterkeringen die Nederland beschermen tegen overstroming vanuit de zee of de rivieren zijn nog nooit zo sterk geweest: de kans op overstroming van delen van het land, en daarmee het individueel risico van overlijden, is sinds de watersnoodramp van 1953 sterk verminderd. Toch is Nederland in de afgelopen jaren aanmerkelijk kwetsbaarder geworden voor het gevaar van overstroming: het economisch risico is toegenomen door een sterke toename van de mogelijke gevolgen van een eventuele overstroming. Ook is door de groei van de bevolking de kans op grote aantallen slachtoffers, het groepsrisico, veel groter dan voor alle andere externe veiligheidsrisico’s samen. Het huidige veiligheidsbeleid leidt daardoor niet tot het ‘veilige en bewoonbare Nederland’ zoals dat oorspronkelijk werd beoogd.
Een verdere toename van het overstromingsrisico wordt voorzien, als gevolg van de verdere stijging van de zeespiegel, klimaatwijzigingen en verdere sociale en economische ontwikkeling. Technische oplossingen zijn niet langer het enige antwoord op deze toename. In de afgelopen jaren was de aandacht met name gericht op de hoogte en sterkte van waterkeringen. Opties op het gebied van de ruimtelijke ordening zijn buiten beeld gebleven. Gedacht kan worden aan het vermijden van risicovolle bouwlocaties en het compartimenteren van grote dijkringgebieden.
Adviescommissie Water: Advies Veiligheid tegen overstromen (2006) Download rapport.

Toelichting: In het advies “Veiligheid tegen overstromen” concludeert de Adviescommissie Water (2006) onder voorzitterschap van Z.K.H. de Prins van Oranje dat het volgende kabinet financiële reserveringen moet maken voor noodzakelijke investeringen in de primaire waterkeringen om achterstanden in te halen en op zo kort mogelijke termijn te voldoen aan de veiligheidsnormen. Voorts stelt deze Adviescommissie Water in haar rapport “…dat een meer zekere en continue financiering van de veiligheid tegen overstroming beter moet worden gewaarborgd dan tot nu toe, zodat deze financiering minder afhankelijk wordt van de politieke korte termijn agenda. Dit is een essentiële basisvoorwaarde voor het fysieke bestaan van grote delen van land en bevolking.”
Tussensprint naar 2015 (december 2006): advies over de financiering van de primaire waterkeringen voor de bescherming van Nederland tegen overstroming Download rapport.

Toelichting: De Adviescommissie Financiering Primaire Waterkeringen (ook wel commissie Vellinga) had als opdracht de wijze van financiering van de primaire waterkeringen tegen het licht te houden en advies uit te brengen over alternatieve financieringsarrangementen.
De commissie concludeert dat om in 2015 volledig te voldoen aan de huidige veiligheidsnorm, vanaf 2008 een investeringsbedrag nodig is van 930 miljoen per jaar. Voor de jaren 2008-2011 betekent dit gemiddeld 310 miljoen euro per jaar meer dan is voorzien in de huidige Rijksbegroting. Voor de periode van 2012 tot 2015 gaat het om ca. 800 miljoen euro per jaar. Dat is 500 miljoen euro per jaar meer dan aangegeven in het Hoog Water Bescherming Programma 2006. Met deze investeringen is het mogelijk in 2015 te voldoen aan de huidige veiligheidsnorm.
De commissie komt tot de conclusie dat “economisch optimaal veilig” vanuit de afgeronde situatie in 2015 een additionele investering vraagt van ca. 9 miljard euro. Indien de benodigde werken worden uitgevoerd in de tienjarige periode van 2015 tot 2025 brengt dit vanaf 2015 een investering met zich mee van 900 miljoen euro per jaar. Voor de periode na 2025 leiden economische groei en klimaatverandering samen tot een jaarlijkse investering van 0,1 tot maximaal 0,2% van het BBP.
De commissie heeft voor het verbeteren van deze situatie drie verschillende wijzen van financieren nader onderzocht. Eén manier waarbij de centrale overheid haar bestaande rol van financier van verbeteringswerken van primaire waterkeringen behoudt. De tweede wijze van financiering die de Adviescommissie heeft onderzocht is die via de Waterschappen. De derde manier van financieren onderzocht door de Adviescommissie is private financiering.
Uiteindelijk is de commissie van mening dat de vraag langs welke weg de financiering loopt (Rijk of waterschappen) minder belangrijk is dan de vraag of snelle versterking van de primaire waterkeringen van de grond komt.
Kwartaalbericht DNB waarschuwt voor extreem hoge kosten waterkeringen (september 2007) Download bericht.

Toelichting: De Nederlandse Bank verwacht dat de kosten voor het versterken van de primaire keringen op grond van het rapport van de commissie-Vellinga niet boven de 0,15 procent van het bruto binnenlands product (BBP) uit zullen komen. De kosten nemen weliswaar toe, maar ook het BBP groeit in diezelfde periode. De bank verwacht dat zich geen grote budgettaire problemen zoals die zich mogelijk wel gaan voordoen door de vergrijzing. Toch waarschuwt de bank er wel voor dat de regering rekening moet houden met forse extra uitgaven in de tweede helft van deze eeuw.
In haar artikel memoreert de bank aan drie effecten die optreden als de zeespiegel met 1,5 m/eeuw stijgt. De kosten van de maatregelen om die effecten tegen te gaan, zijn volgens de bank nog niet berekend en kunnen dus nog zorgen voor financiële tegenvallers. Zo komt in dat geval de Waddenzee permanent onder water te staan en is extra verwerking van de dijken nodig in Friesland en Groningen. Bij een hogere zeespiegel kunnen de grote rivieren hun water minder makkelijk kwijt naar de Zeeuwse Delta en het IJsselmeer. Naast verhoging van de dijken daar, zal ook een grotere spuicapaciteit nodig zijn om het rivierwater toch te kunnen uitslaan. Een derde additioneel effect is de oplopende grondwaterdruk. Meer nog dan nu het geval is, zal het grondwater moeten worden weggepompt.Verder merkt de bank op dat de grote stormvloedkeringen al snel niet meer aan de norm voldoen. De versterkingskosten van de Oosterscheldekering, de Maeslantkering en de Rampsolkering zijn nog nergens in kostenberekeningen meegenomen.
Het lijkt de bank onvermijdelijk dat in de toekomst meer ruimte nodig is voor water. Nog afgezien van de politieke problemen, zijn de kosten van het opkopen van een hectare bebouwde grond een veelvoud van de kosten van het opkopen van een hectare landbouwgrond, zo luidt de slotconclusie van het artikel. Een tijdige reservering van ruimte voor water kan volgens de bank een flinke kostenverhoging voorkomen.
NMP Tweede Duurzaamheidsverkenning (juni 2007) Download rapport.

Toelichting: De tweede studie laat zien dat duurzaamheid in Nederland vraagt om een vergaande versterking van samenhang in lopende beleidsdossiers. Dit sluit aan bij de inzet van het Coalitieakkoord waarin een zwaar accent wordt gelegd op ‘samenhang’. Samenhang ligt aan de basis van ‘duurzaamheid’. Waar samenhang verloren gaat, gaan in de fysieke ruimte onomkeerbaar kwaliteiten verloren voor toekomstige generaties.
Politieke en bestuurlijke besluitvorming over de verschillende maatschappelijke thema’s vindt in het huidige bestel overwegend plaats vanuit een sectorale, dus partiële invalshoek. Dit werkt deeloplossingen en fragmentatie in de hand. Om de huidige ruimtevraag te accommoderen en tegelijkertijd een hoogwaardig Nederland aan toekomstige generaties na te laten, is meer samenhang en langetermijngerichtheid nodig. Als het gaat om de duurzaamheid van fysiek Nederland zijn de volgende thema’s aan de orde:
1. klimaatverandering: overstromingsrisico’s, wateroverlast,watertekort en verzilting; 2. biodiversiteit (soortenrijkdom natuur): samenhang en kwaliteit van ecologische hoofdstructuur- en Natura 2000-gebieden; 3. verkeer en vervoer: bereikbaarheid van de grote steden, congestie op de wegen, ongelijke verdeling van milieulasten over verschillende bevolkingsgroepen; 4. aantrekkelijke woonmilieus: kwantitatief en kwalitatief woningtekort (vooral locatie van de woningen: aanwezigheid van groen in steden en landelijk wonen) en betaalbaarheid; 5. internationaal vestigingsklimaat: beschikbaarheid van goed bereikbare bedrijventerreinen, aanwezigheid van hoogwaardige kantoorlocaties, internationale knooppunten (met name Schiphol) en aantrekkelijke woonomgeving; 6. verrommeling van het landschap.
De kijkrichting Klimaat en veiligheid laat zien dat Nederland waarschijnlijk nog eeuwen bestendig is tegen klimaatverandering en zeespiegelstijging en dat structurele ruimtelijke maatregelen zoals het verschuiven van investeringen naar hoog Nederland of een sterk verbrede kustzone niet urgent zijn. De Combinatiekaart gaat derhalve uit van verdere investeringen in laag-Nederland, met name de Randstad en beperkt zich tot een gerichte differentiatie in de veiligheidsniveaus om daarmee enerzijds de schade- en slachtofferrisico’s te verminderen en anderzijds een robuuster veiligheidssysteem in het rivierengebied te bewerkstelligen. Gebieden met de laagste veiligheidsnormen blijven daarbij zoveel mogelijk gevrijwaard van verdere verstedelijking. Door de inzet van overstroombare dijken neemt naar verwachting de voorspelbaarheid van eventuele overstromingen toe en worden vooral de slachtofferrisico’s verder teruggebracht.
Waterbeheer en waterveiligheid (oktober 2007): Casestudy van de WRR ten behoeve van het project veiligheid Download rapport.

Toelichting: De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelt dat met het voldoen aan de normen de waterkeringen nog nooit zo sterk zijn geweest. Maar is Nederland gelijk opgaand met de sterkte van de keringen, in eenzelfde mate veiliger geworden? Dat is slechts ten dele het geval. Ondanks de sterkere dijken is Nederland kwetsbaarder geworden. Het economische risico is toegenomen door de sterke toename van de mogelijke gevolgen van een eventuele overstroming. Door de groei van de bevolking is de kans op grote aantallen slachtoffers, het groepsrisico, ook veel groter geworden (RIVM 2003).
De normen zijn gericht op sterke dijken. Maar er is een sluipende discrepantie tussen handhaven van de wettelijke voorgeschreven normen en de gestaag doorgaande sociale en economische ontwikkeling. Inmiddels is bij veel instanties en deskundigen die zich met waterveiligheid bezighouden de indruk ontstaan dat de normniveaus in de wet niet meer aansluiten bij de financieel-economische en ook immateriële waarden van de dijkringgebieden (de Volkskrant 2005; Staatscourant 2005c). Ten dele is dit een onvermijdelijk proces van vooral economische vooruitgang. Daarnaast spelen zeker ook gedragseffecten een rol. Hiervoor en ook hierna wordt gewezen op het intensieve ruimtegebruik, ook in de allerlaagst gelegen gebieden van ons land. Verhoogde veiligheid nodigt als het ware uit tot gebruik. De maatschappij staat niet stil en past zich aan de nieuwe situatie. Telkens weer blijkt nieuw verkregen veiligheid aan erosie onderhevig te zijn.
Overstromingsrisico als ruimtelijke opgave (Ruimtelijk Planburo) (2007) Download rapport.

Toelichting: Doordat we ons in Nederland veilig voelen voor overstromingen, gaan steeds meer mensen in de lage delen van Nederland wonen en wordt in deze gebieden steeds meer geïnvesteerd. Hierdoor zal een eventuele overstroming in toenemende mate een onacceptabele schade aanrichten. Bovendien neemt het risico op overstromingen toe door de klimaatveranderingen, waardoor de zeespiegel stijgt en de afvoerpieken van de rivieren toenemen. Dit besef speelt onvoldoende een rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land.
Investeren in veiligheid tegen overstromen (waterveiligheid) vraagt niet alleen een versterking van de zeewering en de dijken, maar ook een flexibele en meer robuuste inrichting van de ruimte. De ruimte moet zo worden ingericht dat het water in bebouwd gebied niet veel schade aanricht.
Nieuwe waterbouw (Prof. drs. ir. Han Vrijling) (2008) Download powerpoint.

Toelichting: Paradiso lezing van Han Vrijling over de zogenaamde nieuwe waterbouw. In deze postmoderne tijd wordt nogal eens gemakkelijk gesproken over het falen van de oude waterbouw. Vrijling beziet de zaken nog eens fundamnteel.
Waterrisico Zuiderzee (Prof. drs. ir. Han Vrijling) (2008) Download powerpoint.

Toelichting: Lezing van Han Vrijling over de problematiek van de Flevopolders. Vrijling beziet ook deze zaak nog eens fundamnteel.
THEMA ACTUELE VEILIGHEID
Toetsing 2006 (september 2006) Download rapport.

Toelichting: Het aantal keringen dat de score ‘geen oordeel’ heeft gekregen is in de toetsperiode met 9% gedaald. Niettemin is nog steeds van 32% van de keringen niet bekend of ze voldoen. Gedurende de toetsperiode is een aantal verbeteringswerken uitgevoerd. Dit betreft onder meer steenbekledingen en verbeteringen naar aanleiding van de eerste toetsronde. Desondanks is het percentage onvoldoende keringen gestegen van 19% naar 24%. Gedurende de toetsperiode zijn de beheerders een stuk verder gekomen in de beoordeling. Het percentage keringen dat voldoet aan de norm is gestegen van 40 naar 44%. Het hoge percentage kunstwerken waarover geen oordeel mogelijk is wordt voornamelijk verklaard door het gebrek aan gegevens over met name historische kunstwerken. Het verkrijgen van die informatie is veelal erg complex.
Veiligheid Nederland in Kaart (december 2006) Download rapport.

Toelichting: Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) heeft nieuwe methoden verder ontwikkeld en toegepast om de gevolgen van overstromingen en de kansen op overstromingen te berekenen. Essentie van de laatstgenoemde methode is dat verschillende zogenaamde faalmechanismen een overstroming kunnen veroorzaken: niet alleen extreem hoge waterstanden, maar ook instabiliteit van een dijk of het niet tijdig sluiten van een kunstwerk. Met deze methode zijn de overstromingskansen van 16 (representatieve) van de 53 dijkringen in kaart gebracht. Uit de studie blijkt dat de kans op overstroming in de 16 dijkringen varieert van 1/2500 per jaar in Zuid-Holland tot groter dan 1/100 per jaar in een aantal dijkringen in het rivierengebied (de getallen zijn indicaties en niet robuust ... zegt het rapport). In de meeste dijkringen levert het faalmechanisme "opbarsting en piping" de grootste kans op een overstroming op. Recentelijk heeft Rijkswaterstaat aangekondigd VNK Fase 2 te starten om alle dijkringen door te rekenen.
Opties Waterveiligheidbeleid (Vrijling) (2007) Download visie.

Toelichting: Op dit moment zijn er een aantal gedachtegangen over de wijze waarop en de mate waarin Nederland tegen de dreiging van hoogwater moet worden beschermd. Sommige daarvan dateren van 1960 of eerder anderen zijn van zeer recente datum. Deze diversiteit is op zich niet nieuw of verontrustend, maar het is belangrijk een visie te ontwikkelen op de wijze waarop wij van de oude op de nieuwe overstappen of de manier waarop wij de oude naadloos in de nieuwe laten overgaan.
THEMA DE VEILIGHEIDSKETEN
Websites veiligheid, crisisbeheersing en rampenbestrijding

http://www.dccvenw.nl
Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing Verkeer en Waterstaat
http://www.veiligheid.minbzk.nl/
Algemene site over veiligheidszaken in Nederland.
http://www.rampenbeheersing.nl/
http://www.minbzk.nl/wwwhandboekrampenbestrijdingnl
Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding beoogt een actueel, samenhangend en gebruiksvriendelijk overzicht te verschaffen van de kennis over beleid en praktijk van de (voorbereiding op de) rampenbestrijding.
http://www.risicoencrisis.nl/
Website die dient als bron van informatie en een platform om kennis en kunde te delen op het gebied van risico- en crisiscommunicatie.
http://www.platformoverstromingen.nl Taskforce Management Overstromingen
Bestuurders geboeid door de veiligheidsketen (Jongejan et al) (ingediend Openbaar Bestuur october 2007) Download artikel.

Toelichting: Een beschouwing over de fascinatie van bestuurders met de veiligheidsketen, die eigenlijk geen keten blijkt te zijn.
Verzekeren tegen overstromingen (Vrijling et al) Download artikel.

Toelichting: Visie op de haalbaarheid van verzekeren tegen overstromingen door ENW opgesteld door Vrijling. Het verzekeren van de overstroming van een dijkring roept veel twijfel op. Bij overstroming van een dijkring is het goed denkbaar dat de verzekeraar niet uitkeert omdat hijmeent dat de overheid als verantwoordelijke voor de waterkering te kort schoot en daardoor aansprakelijk is. De lange herhalingstijd (volgens de normen duizenden jaren) brengtmet zich dat het uitkeringsgedrag van de verzekeraar niet proefondervindelijk kan worden vastgesteld. Private verzekering zal verdermoeilijk te realiseren zijn omdat de potentiële schade zeer groot is. De verzekeraarmoet een vermogen ter grootte van deze schade beschikbaar hebben op hetmoment dat de dekking ingaat.Menmag dus verwachten dat de verzekeraar zijn blootstelling zal limiteren. Macro-economisch gezien leidt privaat verzekeren tot veel hogere kosten dan het hanteren van de optimale veiligheidssystematiek volgens de Deltacommissie. De economische rationaliteit leidt bij de verzekeraar tot een verzekeringspremie die tenminste tweemaal het risico bedraagt en bij de overheid als vertegenwoordiger van de burgers tot een extra ronde van dijkversterking. Macro-economisch is dit niet rationeel.
THEMA SCENARIO'S
Het IPCC-rapport en de betekenis voor Nederland (PCCC) (juni 2007) Download rapport.

Toelichting: Na een beschouwing over de IPCC inzichten wordt in hoofdstuk 4 een vertaling gegeven van de IPCC-inzichten naar het Nederlandse schaalniveau. In Nederland neemt de kans op hittegolven in de zomer en meer neerslag in de winter toe. Neerslag in de zomer is nog zeer onzeker en is afhankelijk van of atmosferische stroming wel of niet zal wijzigen.
Daarnaast zijn de beleidsdoelen uit het Regeerakkoord geanalyseerd. Zo concludeert de brochure dat de beleidsdoelstellingen die Nederland in het Regeerakkoord heeft opgeschreven (-30% reductie van broeikasgassen, 2% per jaar energiebesparingstempo en 20% aandeel hernieuwbare energie, allemaal in 2020) leiden tot nationale kosten van mogelijk 8 a 9 miljard euro per jaar. Deze kosten kunnen lager zijn als niet alle drie de doelen tegelijkertijd worden nagestreefd, maar dan zal de energiemix in 2020 er zeker ook anders uit zien (bijvoorbeeld meer gebruik van CO2-opslag).
Over adaptatie (aanpassing aan de veranderende omstandigheden) kan nog niet veel worden gezegd omdat nog veel kennis niet beschikbaar is voor Nederland. Wel is duidelijk dat de hoogste kosten van adaptatie bij ruimte voor rivieren komt te liggen en de aanpassing van de rioleringssystemen. Over baten van adaptatie is nog helemaal te weinig kennis beschikbaar.
Science artikel on sea level rise (Rahmstorf et al) (mei 2007) Download artikel.

Toelichting: Autoriteiten op het gebied van zeespiegelstijging schrijven dat de meest recente waarnemingen (in-situ en rs) laten zien dat deze eerder bij de bovengrens van het IPCC scenario liggen dan bij het gemiddelde: "Since 1990 the observed sea level has been rising faster than the rise projected by models, as shown both by a reconstruction using primarily tide gauge data (2) and, since 1993, by satellite altimeter data (3) (both series are corrected for glacial isostatic adjustment). The satellite data show a linear trend of 3.3 ± 0.4 mm/year (1993–2006) and the tide gauge reconstruction trend is slightly less, whereas the IPCC projected a best-estimate rise of less than 2 mm/year. Sea level closely follows the upper gray dashed line, the upper limit referred to by IPCC as “including land-ice uncertainty.” The rate of rise for the past 20 years of the reconstructed sea level is 25% faster than the rate of rise in any 20-year period in the preceding 115 years. Again, we caution that the time interval of overlap is short, so that internal decadal climate variability could cause much of the discrepancy; it would be premature to conclude that sea level will continue to follow this “upper limit” line in future."
An inconvenient truth (Al Gore) (2006) Ga naar de website.

Toelichting: Al Gore's film heeft wereldwijd veel positieve reacties opgeroepen en tot maatschappelijke en politieke bewustwording geleid. Toch is er ook kritiek uit maatschappelijke en wetenschappelijke kring. Onlangs heeft een rechter in Engeland Gore's "feiten" op negen punten tegengesproken. Een voorbeeld is: "the documentary speaks of global warming "shutting down the Ocean Conveyor" - the process by which the Gulf Stream is carried over the North Atlantic to western Europe. Citing the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), the judge said that it was "very unlikely" that the Ocean Conveyor, also known as the Meridional Overturning Circulation, would shut down in the future, though it might slow down."
GEO4 Scenarios (UNEP) (200) Ga naar de website.

Toelichting: The fourth report in the Global Environment Outlook (GEO) series from the United Nations Environment Programme (UNEP) provides “a comprehensive, scientifically credible, policy-relevant and up-to-date assessment of, and outlook for, the state of the global environment”. Chapter 9 of this report, The Future Today, explores how current social, economic and environmental trends may unfold along divergent development paths in the future and what this may mean for the environment and for human well-being. Four scenarios, each outlining a pathway into the future up to the year 2050, explore different policy approaches and present societal choices: Markets First, Policy First, Security First and Sustainability First.
Download Chapter 9.
IPCC en UNEP scenarios (1992) Download document.

Toelichting: De zes door IPCC en UNEP geschetste scenario's voor 2100 mbt bevolkingsgroei, economische groei en energie.
Sociaal-economische scenario's voor Nederland (Szonyi en Van Ierland) (2001) Download document.

Toelichting: In het eerste deel worden de scenario’s van het Centraal Planbureau besproken voor de periode 1990-2020 (CPB, 1997), voor de drie scenario’s voor Nederland: Divided Europe (DE), European Coordination (EC), and Global Competition (GC). De analyse is gestructureerd rondom vier thema’s: energie, benodigd landoppervlak, transport en de natuurlijke omgeving. In het tweede deel van deze notitie worden de IMAGE-WorldScan integrated assessment scenario’s en hun onderlinge verband met de CPB scenario’s besproken (IPCC, 2000). Dit model op wereldniveau bevat schattingen voor zes regio’s; we beperken ons hier tot de geaggregeerde OECD gegevens. De Nederlandse economie deed het gemiddeld over de periode 1994-2000 significant beter dan zowel de EU als de OECD. Over een tijdspanne van 100 jaar kan een sterk verband tussen de groei van de Nederlandse economie en de groei in de OECD worden waargenomen. Nederland zal naar verwachting een vergelijkbaar ontwikkelingspatroon volgen als het OECD gemiddelde.
Scenario overzicht
CPB (1997) geeft drie scenario’s voor 1990-2020
Divided Europe (DE): zwakke economische groei (BBP +1.5%/jr), integratie EU traag, bevolkingsgroei laag, kennispotentieel ontwikkelt slecht, nationalistische houding
European Coordination (EC): gezonde economische groei (BBP +2.7%/jr), integratie EU goed, bevolkingsgroei middelmatig, kennispotentieel ontwikkelt sterk, meer gericht op niet-materiële en milieuvriendelijke aspecten
Global Competition (GC): sterke groei BBP wereldwijd (in Nederland BBP +3.3%/jr), zeer marktgerichte mechanismen en technologische ontwikkelingen, bevolkingsgroei laag

IMAGE-WorldSCAN model framework (CPB, RIVM, UNEP) bevat vier basisscenario’s voor 1990-2100:
A1 Open economie, accent op economische groei (lijkt op GC)
B1 Open economie, accent op duurzame groei (lijkt op EC)
A2 Gesloten economie, accent op economische groei (lijkt op DE)
B2 Gesloten economie, accent op duurzame groei (lijkt nergens op)
De bevolkingsgroei is matig in alle scenario’s, de groei ligt rond de 26-30% in 2100, vergeleken met 1990. De economische groei is het hoogste in het A1 scenario en is optimistischer benaderd dan in de CPB scenario’s. Tot 2020 wordt een verdubbeling van het BBP ten opzichte van het huidige BBP in 2000 verwacht, tot 2050 een bijna verviervoudiging en tot 2100 een bijna verzevenvoudiging (tussen 1990 en 2100 zal het BBP/capita stijgen tot 5.38 maal het huidige niveau). In het B1 (EC) scenario is de economische groei trager, maar desalniettemin aanzienlijk. Tot 2100 zal het BBP toenemen tot 5 maal de huidige BBP waarde. De economische groei is het laagst in het A2 en B2 scenario.

The fourth report in the Global Environment Outlook (GEO4, 2007) series from the United Nations Environment Programme (UNEP)
Markets First: The dominant characteristic of this scenario is the tremendous faith placed in the market to deliver not only economic advances, but also social and environmental improvements. This takes several forms: an increased role of the private sector in areas that were previously dominated by governments, a continued movement towards freer trade, and the commoditization of nature. A key question it poses is: how risky is it to put the markets first? (lijkt op GC en A1)
Policy First: The dominant characteristic of this scenario is the highly centralized approach to balancing strong economic growth with a lessening of the potential environmental and social impacts. A key question is whether the slow and incremental nature of this approach will be adequate. (lijkt op zwakke versie van EC en B1)
Security First: The dominant characteristic of this scenario is the emphasis on security, which consistently overshadows other values. It is a fairly narrow notion of security, implying increased limits on how people live, both physically and psychologically. (lijkt op DE en A2)
Sustainability First: The dominant characteristic of this scenario is the assumption that actors at all levels – local, national, regional and international, and from all sectors, including government, private and civil – actually follow through on the pledges made to date to address environmental and social concerns. This implies behaviour that honours not only the letter, but also the spirit of these promises. (lijkt op EC en B1)
THEMA CREATIEVE IDEEEN
Plan Waterman (Waterman) (1980's) Download presentatie.

Toelichting: Ronald Waterman ijvert al heel lang voor Bouwen met de Natuur. De eerste stappen zijn gezet, maar zijn plan om de kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen substantieel naar voren te brengen blijft vooralsnog op de tekentafel, ondanks de steun van Provinciale Staten ZH en de Tweede kamer. In deze presentatie zitten ook veel voorbeelden van gerealiseerde projecten in het buitenland.
Changing estuaries, Changing views (Saeijs et al) (2004) Download rapport.

Toelichting: It is recognized that the decision, following the flood of 1953, to build a large, solid and inflexible “wall against the sea”, when placed in the cultural context of the time, was understandable. The authors, however, are of the opinion that this rigid and inflexible is not the best solution in light of modern standards and thinking. New insights in combination with technological developments, call for a different strategy with better and more flexible results.
From a socio-economic point of view, the impression of safety bestowed by the dykes, invites people to invest money behind them. Towns and villages prosper and tend to grow. Although the frequency of a potential disaster has diminished, the potential damage to lives and goods increases: the impression is therefore false. Especially in times of poor maintenance of the dykes (war, recession) this becomes only too obvious.
Industry took refuge on artificial mounds, the most ancient and the most modern way to survive waves and floods. This solution deserves to be thoroughly thought through as a long-term strategy for safe building in the low parts of The Netherlands and Flanders. A new urbanised landscape could emerge, where people and investments are located in safe places, surrounded by a landscape that is ruled by the forces of nature.
Haakse Zeedijk (Den Haak en Stokman) (1990's) Download rapport.

Toelichting: Het grootste voordeel van 'De Haakse Zeedijk' is het creëren van een boezemwater voor de huidige kust. Het boezempeil in de bekkens kan gelijke tred houden met de daling van Nederland. De rivieren, die in de boezems uitstromen en het grondwater dat tot voorbij Utrecht traag met de zeespiegel meebeweegt, komen hierdoor eveneens onder controle.
Bosvariant: Nieuwe Hollandse Zeelinie (Bos, 2001) Ga naar de website en de link Creatie.

Willem Bos is zelfstandig adviseur met zijn bureau onder de naam BosVariant.
Gedreven in het andere denken is dit bureau actief in de infrastructuur en de ruimtelijke ordening. Onder deze vlag vinden in toenemende mate creatieve en technisch onderbouwde voorstellen hun weg naar inspraak, media, overheid en politiek.Landelijk bekende exponent is de zogeheten Bosvariant voor de HSL, een alternatief tracé gebundeld met de snelweg langs het Groene Hart.
Andere meer of minder bekende plannen zijn onder andere: - Nieuwe Hollandse Zeelinie (grootschalige kustuitbreiding), - Dolfijnlijn (combinatie van enkelspoortunnels en inhaaleilanden), - Homeopatische glastuinbouw (natuurlijk en cultureel snipperglas), - HolloWays (aardse snelwegen van vlechtwegen en vlechtheggen), - Dubbeldekken van droogmakerijen (dubbel grondgebruik van polders).
Overzicht innovatieve grootschalige oplossingen (De Ingenieur, maandblad) (juli 2007) Download document.

Toelichting: Een overzicht en een bespreking van meer en minder recente grootschalige oplossingen voor de veiligheid van de Nederlandse kust.
Quick scan alternatieve veiligheidsmaatregelen (april 2007) Download rapport.

Toelichting: De quick scan, uitgevoerd door Twynstra Gudde in opdracht van Rijkswaterstaat RIKZ, beoogt een overzicht te geven van ‘alternatieve’ veiligheidsmaatregelen. Hieronder worden verstaan innovatieve maatregelen die in ontwikkeling zijn of reeds op kleine schaal worden geprobeerd, maar nog geen reguliere toepassing kennen. Daarbij is gekeken naar maatregelen over de gehele bandbreedte van de veiligheidsketen, van pro-actie tot nazorg. Op basis van de beschikbaar gekomen informatie is per maatregel een eerste inschatting gemaakt van de effectiviteit en haalbaarheid.
THEMA REGIONALE ONTWIKKELINGEN
Zwakke schakels en wat er nu gebeurt

Toelichting: De provincies Zuid Holland, Noord Holland en Zeeland zijn bezig met het ontwikkelen van kustbeleid en met het oplossen van de "zwakke schakels" en met ontwikkelen van een Kustvisie 2050.
Voor Noord Holland Ga naar de website. Onder publicaties vindt u Kustvisie 2050 voor de hele Hollandse kust.
Voor Zuid Holland Ga naar de website. Onder links vindt u vele andere links naar gerelateerde websites.
Voor Zeeland Ga naar de website
THEMA ONDERZOEKSPROGRAMMA'S
Nationale onderzoeksprogramma's

Toelichting: Door de overheid gesubsidieerde nationale onderzoeksprogramma's waar water en klimaat een leidende rol spelen:
Klimaat voor ruimte Ga naar de website.
Leven met water Ga naar de website
Delft cluster Ga naar de website
Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) Ga naar de website. De eerste resultaten worden op 27 november tijdens de ARK-dag gepresenteerd. Download document ARK.
THEMA INTERNATIONAAL
Klimaatbestendig maken van alle Europese lidstaten (2007) Download document.

Toelichting: De Nederlandse regering kan zich in hoofdlijnen vinden in het groenboek van de Europese Commissie over het klimaatbestendig maken van alle Europese lidstaten. De commissie kwam op 5 juli naar buiten met een eerste publicatie van een groenboek waarop tot eind november gereageerd kan worden. Minister Jacqueline Cramer stuurde op 4 oktober een officiële Nederlandse reactie op het groenboek naar de Tweede Kamer. Den Haag stemt in met de ruimte die Brussel aan de lidstaten biedt om zelf maatregelen te nemen. De benodigde aanpak verschilt immers per locatie. De EC ziet voor zichzelf vooral een coördinerende rol weggelegd, vooral op het punt van onderzoek en financiering.Het groenboek spreekt zijn voorkeur uit voor 'zachte' maatregelen voor het verkleinen van overstromingsrisico's. Nederland vindt niet dat dit als een algemeen geldende voorkeursvariant in het Europese beleid moet worden vastgelegd. Harde waterkeringen zijn voor Nederland op veel plaatsen onmisbaar, zo stelt de Nederlandse regering. Het Nederlandse waterbeleid geeft wel veel aandacht aan 'zachte' maatregelen. Verder stelt Nederland voor om bij de ontwikkelingssamenwerking extra ondersteuning te geven aan landen die veel te maken krijgen met de verwachte klimaatverandering. Nederland stemt in met de vorming van de 'European Advisory group for adaption to climate change'. Deze groep gaat een jaar lang een discussie voeren die moet leiden tot een allesomvattende Europese aanpassingsstrategie. De Nederlandse regering zal in november de nationale Adaptatie-strategie uitbrengen. Inmiddels is een groep van zes instanties begonnen met een studie naar een afwegingskader voor nieuwe ruimtelijke plannen. De eerste resultaten worden op 27 november tijdens de ARK-dag gepresenteerd. Download document ARK.
Kabinetsstandpunt Ex ante evaluatie Kader Richtlijn Water (2007) Download document.

Toelichting: Met de Decembernota 2006 KRW/WB21 beleidsbrief heeft de verantwoordelijke staatssecretaris Huizing een koers uitgezet voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water in samenhang met de uitvoering van WB21-maatregelen. Met de bijbehorende Strategische MKBA is duidelijk geworden dat met name de sterk veranderde en kunstmatige fysieke toestand van veel watersystemen alsmede de hoge nutriëntenbelasting de belangrijkste knelpunten vormen. Effectieve maatregelen zouden met name daarop moeten aangrijpen. Ook werd geconstateerd dat bij de destijds opgestelde maatregelenpakketten (met omvang van ruim 9 miljard euro) synergie met andere beleidsvelden nog onvoldoende was meegenomen en dat rekening houdend daarmee de totale investeringskosten tot maximaal 7 miljard euro teruggebracht zouden moeten kunnen worden. Tevens werd daarbij als uitgangspunt geformuleerd dat de implementatie ter hand genomen zou worden op basis van een pragmatische aanpak, via een gefaseerde uitvoering tot en met 2027 en een ambitieniveau waarbij de integrale wateropgave leidt tot een maatschappelijk verantwoorde lastenontwikkeling voor burgers en bedrijfsleven..
De lessen van New Orleans (Jonkman et al) (2005) Download artikel.

Toelichting: Een vergelijking van de veiligheidssituatie tussen New Orleans en Nederland. Een editorial voor het Journal of Coastal Research.
Le Monde (April 3, 2007): "On ne pourra reussir qu'en travaillant avec la nature" Click here.